Met drie andere ouders en een onderwijzeres vorm ik sinds een jaar het duurzaamheidsteam van de basisschool van mijn dochter. Ons idee is dat de school veel duurzamer kan. Gelukkig vindt de directie dat ook: duurzaamheid is tot speerpunt benoemd. Ook de leerkrachten zijn enthousiast. Toen we de leerkrachten bij elkaar hadden om over duurzaamheid te praten, barstten zij los. Zij hebben duizend en een ideeën die zij graag uit willen voeren. Nu de kinderen nog. Onder het motto ‘jong geleerd, oud gedaan’ gaan we binnenkort de klassen in. We organiseren komend schooljaar twee duurzame weken.
De duurzame week in september krijgt het thema energie. Dan verzorgen we in iedere klas een les rond energie, maken de kinderen een werkstuk over energie én gaan zij zelf knutselen met duurzame energie. Bovendien voert een bedrijf die week een energiebespaarplan uit in de school: oude koelkasten en vrieskisten worden verwijderd, er wordt LED-verlichting aangebracht en op heel veel plekken worden standby-killers geplaatst. Op het dak van de school worden binnenkort zonnepanelen geplaatst. Dus alle klassen morgen die week het dak op om de panelen te bewonderen en uitleg te krijgen over de werking. Bovendien kiezen de leerlingen in deze week hun duurzaamheidsambassadeurs. Iedere klas mag twee leerlingen afvaardigen naar de ambassadeurstop die we later in het jaar houden. En uiteraard organiseren we een heuse klassenstrijd. De klas die thuis in deze week de meeste energie weet te besparen is de grote winnaar. Zo betrekken we de ouders er ook direct bij.
Tijdens de duurzame week in maart worden de ouders pas echt aan het werk gezet. Dan organiseren we een duurzame bedrijvenweek. Het idee is dat ouders in de klassen komen en een les verzorgen over de duurzame organisatie waar zij voor werken. En natuurlijk vragen we ouders om bedrijfsbezoeken voor de kinderen te organiseren. Zo kunnen kinderen zien wat je allemaal kunt doen om bij te dragen aan een duurzamere wereld. Jong geleerd, oud gedaan.
Foto van Capri23auto via Pixabay