Hoe meer je weet, hoe minder je eet

Ik at al een tijdje minder vlees. Vleesproductie zorgt voor enorme hoeveelheden CO₂-uitstoot. Door minder vlees te eten hoopte ik een kleine bijdrage te leveren aan het terugdringen van het klimaatprobleem. Ik dacht dat ik goed bezig was.

Maar naarmate ik minder at, ging ik er vaker over lezen en nadenken. Die hele vleesindustrie ging mij enorm tegenstaan. Hoe meer ik wist, des te smeriger ik het vond. Twee jaar terug besloot ik om helemaal geen vlees meer te eten.

Helemaal geen vlees meer eten ging mij verbazingwekkend goed af. Ik ben namelijk gek op kaas. Mijn ontbijt en mijn lunch bestaan steevast uit ‘een broodje kaas’. Als het even kan bak ik een hartige taart. Valt er wat te vieren, dan serveer ik mijn zelfgemaakte cheesecake. En iedere zondagmiddag staat er een kaasplankje op tafel. Ik dacht écht dat ik goed bezig was.

Totdat ik deze maand de ‘dertien duurzame dwalingen’ van Milieu Centraal las. Op nummer drie stond het eten van kaas. ‘Kaas heeft een grotere klimaatimpact dan je denkt! Het is vergelijkbaar met rundergehakt en lamsgehakt. Wees dus zuinig met kaas als alternatief voor vlees.’ Zou het echt waar zijn? Moest ik leven zonder kaas? Ik deed een factcheck.

Milieu Centraal had gelijk. Minder of geen vlees eten is leuk. Maar ook de consumptie van melk, eieren en kaas houdt de veehouderij in stand. Volgens de Wereldvoedselorganisatie is de mondiale veeteelt verantwoordelijk voor bijna vijftien procent van alle aan menselijk gedrag gerelateerde broeikasgassen. Wij Europeanen eten tweemaal het wereldwijde gemiddelde aan dierlijke producten. Dat is niet alleen slecht voor het klimaat. Het is ook ongezond; wij krijgen 70 procent meer eiwitten binnen dan goed voor ons is.  Ik zou voortaan als veganist door het leven moeten.

Veganisten zien er niet uit. Ze zijn bleek en mager. Ze dragen zwarte kleren, wassen zich niet en hebben overal piercings. Ze zijn nog linkser dan links. En ze slijten hun dagen met demonstreren en veganistisch koken. Ook hun eten ziet er niet uit. Het is doorgaans een onbestemde bruine substantie van paddenstoelen, tofu, linzen, bonen en granen.  Om over de drankjes van soja, rijst, kokos of haver nog maar te zwijgen. Veganist worden? Dát nooit.

Maar veganisten zijn ook fanatiek. Vrienden die  al een tijdje veganist bleken te zijn, probeerden mij over te halen. Zij beweerden dat zij zich zo veel beter voelden sinds ze dierlijke producten lieten staan. Hun ingewanden waren tot rust gekomen. Ze vielen kilo’s af. En ze hadden veel meer energie. Zij daagden mij uit om het drie dagen te proberen.

Ik ben altijd in voor een uitdaging. Dus de afgelopen drie dagen zette ik alles op alles. Ik ontbeet met verrassend lekkere linzenspread. Ik genoot van salades als lunch. Ik bakte een cake zonder boter, melk en eieren. Ik at meer fruit en noten dan ooit. En ik bereidde de meest geweldige groenteschotels. De cappuccino met sojadrank was niet te zuipen. Maar godzijdank bleken pure chocolade en rode wijn helemaal vegan te zijn. En ik voelde mij super!

Vanaf morgen ga ik niet meer nadenken bij alles wat ik eet. Vanaf morgen voel ik mij niet meer schuldig over een gebakken ei. Vanaf morgen ga ik weer gewoon doen. Het nieuwe gewoon wel te verstaan. Ik eet en drink ‘minder vaak, minder dierlijke producten’. Dus geen kaas meer op mijn brood, maar wel koemelk in mijn cappuccino. Want je kunt ook té goed bezig zijn.

Foto van Ulrike Leone via Pixabay

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven